woensdag 30 oktober 2013

Muziek

Onze beperkingen blijven mij verbazen. Ik las net een stukje uit ca. 1985 van een componist die zich afvroeg hoe de hartslag van een vlieg, het kiemen van zaad, het ademen van een vlo zou klinken. Hij vroeg zich af of wij op dit microniveau konden opereren en geluid konden opnemen, maar ook versterken en afspelen.

Naar mijn weten is dit vrijwel nooit geprobeerd (Leif Brush, en anderen), en me dunkt om de reden dat wij zulke verfijnde instrumenten niet kunnen bouwen. Ook zal het achtergrond lawaai te indringend zijn en overheersend. Ik heb wel eens getracht het zachte ademen van mijn kat op te nemen met een digitale recorder. Wat schetste mijn verbazing: er zit teveel ruis op! Net zoveel als bij een analoge opname. Hoe kan dit? Waarom deze vreemde beperking? Het is toch digitaal! Vanwaar ruis? Ik blijf mij verbazen.


Wie het weet mag het zeggen. Ook als iemand van akoestische experimenten met vlo-, vlieg- en andere microgeluiden weet en waar ze te downloaden.

donderdag 3 oktober 2013

Kunst

Ik maak mij weer eens druk over kunst, dus lees de volgende gedachtespinsels, met kop en staart, maar wellicht niet geheel samenhangend - gelijk alles wat ik doe.
Wie bepaalt er wat kunst is? De kunstenaar wellicht, want dat is degene die de kunst maakt. Of de critici, want zij schijnen er heel wat van af te weten. Mogelijk zelfs het publiek. Zij moeten immers al die kunst bekijken of ondergaan.
Het is een vraag zonder antwoord, want al bovengenoemde hebben een soort van recht te bepalen wat kunst is. Meestal is het het publiek dat hierin doorslaggevend is, tot groot sjagrijn van kunstenaars. Critici bepalen al eeuwen voor dat publiek wat wel en geen kunst is, tot nog groter sjagrijn van kunstenaars, aangezien critici geen publieke, maar een eigen agenda hebben.
Een verdiepende vraag betreffende kunst stelt vervolgens: welke kunst moet gewaardeerd worden? Hetzij door tentoonstelling, of door aankoop voor in een museum (kunst moet niet aan de privé muur, maar openbaar geëxposeerd).
Opnieuw dezelfde groep als bovengenoemd: de kunstenaar kan uit eigen werk selecties maken en het ene boven het andere waarderen. De critici hebben zo hun voorkeuren (meestal voor abstracte meuk - maar dat is een kwestie van slechte smaak en onderontwikkeldheid) en het publiek weet vaak niet wat het 'mooi' vindt, en richt het oor naar de critici (heel soms naar de kunstenaar), met desastreuze gevolgen - zie de waardering voor amateur Van Gogh, de bloei van bijvoorbeeld de kleutertekeningen van Cobra.
De afgelopen twee eeuwen, ruwweg, zijn kunstenaars tegen dit selectieve proces in opstand gekomen. De prerafaëlieten in het midden van de 19e eeuw richtten hun pijlen op de uitsluiting door de Academy; Dada protesteerde niet alleen tegen de waanzin van de oorlog, maar ook tegen de waanzin van de critici - mag een persoon zich kunstenaar noemen, ook al vinden critici dat het werk van dat persoon geen 'kunst' is.
Dit uitsluitende gedrag van critici (met hun eigen, meestal geheime, agenda) leidde onder andere tot het waarderen van zogenaamde outsiders - kunstenaars die buiten de gevestigde orde werken en leven.
Ik voel mijzelf zo'n outsider, ware het niet dat ik de term verfoei, waar ik zo op terugkom.
De regeltjes waartegen de prerafaëlieten ooit in opstand kwamen gelden nog steeds. Als kunstenaar zonder opleiding van een academie kom je niet in aanmerking voor subsidies. Als kunstenaar zonder inkomen (zoals ik) kom je niet in aanmerking voor subsidies en is je enige etalage het internet, want meestal gratis. Mijn werken staan vrijwel allemaal op internet, gratis voor iedereen te downloaden, te printen en aan de muur te hangen.
Een van de ongeschreven regels is: gij zult strijd leveren. De competitie onder mensen is hoog - in dat opzicht zijn wij dieren, en niet eens erg intelligente dieren. Verder is er de heldenverering: de winnaar van de competitie is de HELD, die alles mag en kan - zolang het maar door de goegemeente zwijgzaam goedgekeurd wordt. 
Het stupide wedijveren van mensen onderling - altijd maar het idee te hebben dat er een 'beste' is (en alle anderen losers zijn), zoals in de sport gewoon is, die eeuwige competitie van mensen, ze leidt nergens toe en zou juist voor kunstenaars - een soort van filosofen - niet mogen bestaan. Zij zouden daarboven moeten staan. Is er zoiets als een beste onder de kunstenaars? Is Van Gogh beter dan Monet? Of dan Manet, Giger, Moebius, Duchamp, Man Ray, el Greco? In de Verkiezing Kunstenaar van het jaar 2014 mag door het publiek worden bepaald wie de grootste van Nederland is. Wordt het Westerik, Corbijn of één van de andere netjes opgevoede mensen? Het kan niet Robotklauw zijn - want daar heeft nog nooit iemand van gehoord.
Wellicht staan kunstenaars erboven, maar het zijn de critici én het publiek die bepalen wie er kunstenaar mogen zijn, niet de kunstenaars zelf.
Bezie dit berichtje, over de Nationale Kunstdagen 2013:
Op 9 en 10 november is in Rotterdam de vierde editie van de Nationale Kunstdagen met circa 200 exposerende Nederlandse kunstenaars, die samen meer dan 800 van hun mooiste werken tonen.
De 200 kunstenaars zijn eerder dit jaar bij acht Regionale Kunstdagen gekozen als meest gewaardeerde kunstenaars. 
U leest het goed: 200 meest gewaardeerde kunstenaars werden gekozen. Als het publiek ziet dat er gekozen mag worden begint het te kwijlen; want 'gekozen', dus democratisch - dus GOED (ten opzichte van alles wat slecht is).
Weet je wat het is: goed en slecht zijn generalisaties zonder enige waarde. Kunstenaars te laten kiezen door het publiek, is als kunstenaars laten uitverkoren door critici: het publiek heeft een eigen agenda, en heeft geen idee waar kunst voor staat. Ziet alleen maar GOED of SLECHT. MOOI of LELIJK.
Competitie, heldenverering, ze zijn menselijk, maar ook detrimentaal (nadelig). Maar ik besef weer eens dat ik tegen de menselijke aard aan het ingaan ben. Diezelfde aard, die van buitenstaanders nette ordentelijke mensen wist en weet te maken. Ik begrijp mensen niet en zal dat waarschijnlijk nooit kunnen - ben ik menselijk?
Het is wrang te moeten constateren, dat outsider-kunst geheel en al binnen de gevestigde orde opgenomen is en zich derhalve aan dezelfde regels en wetten moet onderwerpen als gevestigde kunst. Outsider is geheel insider geworden en alleen nog maar een noemertje en voor mij reden mijzelf geen outsider of buitenstaander te noemen. Feitelijk zijn we nog steeds bij Af, en moet er nog steeds geprotesteerd worden tegen de gevestigde orde, welke een star keurslijf van regeltjes bestierd, waardoor kunstenaars als ikzelf geschuwd worden en het leven onmogelijk gemaakt wordt.


prerafaëlitische kunst, voorloper van het symbolisme, de art nouveau, de surrealisten, etc.