donderdag 30 juni 2011

Bespiegeling 8


De Aardlagen

Weer zo’n mysterie waar de wetenschap geen goede antwoorden op heeft. Wellicht prozaïscher klinkend dan Sasquatch of ufo’s, maar minstens even intrigerend. Hoe ontstaan aardlagen? Door sedimentafzettingen zegt men. Maar neem kwarts, dat komt ook in lagen voor en is geen sedimentgesteente. Verder: de distributie van fossielen is uniform en soms doorsneden door gangen en gaten van gravende dieren, of door rechtopstaande bomen, en lijkt er vaak op te duiden dat gehele aardlagen (soms 100en meters dik) in een keer versteenden. Zogenaamd sedimentgesteente is volgens mij dan helemaal geen sediment, maar versteend zand, versteend slib e.d. Het mechanisme daarvoor verklap ik aan het eind, eerst maar eens kijken hoe de wetenschap het ziet.

Oorspronkelijk kent men twee mechanismen om steen te maken: druk en cementeren. Druk is van bovenaf. We kunnen ons echter afvragen of slib ineen zou drukken waardoor fossielen van gegraven gangen ingeduwd zouden worden. Vreemd genoeg zou door druk het steen ingeduwd worden, maar de fossielen die men erin terugvindt zijn dat niet. Men meent dat zo ook olie ontstaat, door hoge druk. De olie zou uit de lichamen van miljarden minuscule zeediertjes geperst zijn en onder hoge druk en warmte tot koolwaterstoffen zijn verworden.

Cementeren doordat sedimenten samenklonteren door mineralen opgelost in water klinkt leuk, maar die mineralen zinken en dat gesteente zou dan onderop meer gecementeerd moeten zijn dan bovenop. Dat zien we niet terug.

Ook vreemd is, dat fossielen soms uit kwarts bestaan. Waarom zou dat gebeuren en waarom vervormd of verpulverd de schelp niet onder de druk van boven? Een druk die groot genoeg zou zijn om rots uit slib en zand te vormen en groot genoeg om olie uit minuscule beestjes te persen. Die druk zou fossielen met gemak verpulveren. Toch zien we dat niet gebeuren.

Hieronder een aantal karakteristieken van sedimentgesteente. Veel ervan zijn bijna onmogelijk te verklaren op de gebruikelijke wijze.

·         Geclassificeerd door textuur en compositie

·         Bevat vaak fossielen

·         Kan met zuur reageren

·         Heeft vaak lagen, platte of gekromde

·         Meestal samengesteld uit stukken die samengeklonterd of samengedrukt zijn

·         Heeft een grote kleur variëteit

·         Grootte van de deeltjes kan hetzelfde zijn of variëren

·         Heeft meestal poriën tussen stukken

·         Kan cross-bedding hebben (schuin afgezette lagen), modderscheuren, wormgaten, regendruppel afdrukken

Afdrukken van regendruppels! Ontstaan onder hoge druk! We kunnen ons ernstig afvragen of dit zo is. Die indrukken zouden onder hoge druk weggepoetst worden en niet meer zichtbaar zijn.

Ik geef hier andere mechanismen voor het ontstaan van steen. Verschillende lagen kunnen bijvoorbeeld door een plasmastraal uniform zijn neergelegd. Een ander mechanisme is elektriciteit. Aarde en zand kunnen door een langdurige blootstelling aan elektriciteit verstenen en organisch materiaal fossiliseert zelfs.

Bespiegeling, nummer 3.22.5, trilemma


J
ames S. Fishkin is hoogleraar politieke wetenschappen en hoogleraar communicatie aan de universiteit van Stanford. Ook is hij bestuurder van Stanford’s Center for Deliberative Democracy, http://cdd.stanford.edu/). Deliberative Polling, door Fishkin ontwikkeld is een techniek welke een groepje representatieve mensen bij elkaar brengt voor een discussie waarna men stemt. Het idee is om in de disussie argumenten gebalanceerd aan te dragen, zodat de stemmers een  weloverwogen keuze kunnen maken.[1]

Fishkin is een veel aangehaald schrijver over democratie. Hij opereert vanuit het standpunt dat mensen beter en democratischer kunnen kiezen als ze goed geïnformeerd zijn. Communicatie maakt volgens hem democratie. Hij is ook bekend van zijn trilemma, een liberaal en idealistisch stukje problematiek dat vanuit een hoogmoedig humanistisch standpunt gecomponeerd werd. Daarbij wordt een opgewaardeerde of aangepaste vorm van het Amerikaans liberalisme verkondigd, waarin essentiële principes de boventoon voeren, in plaats van de stem van de bourgeoisie en de economisch individualisten.[2]

Het trilemma bestaat uit de volgende drie beginselen:

Ø  The Principle of Merit, in het Nederlands Het beginsel van verdienste;

Ø  Equality of Life Chances, in het Nederlands Het principe van zwakke gelijkheid;

Ø  The Autonomy of the Family, Autonomie van het gezin.[3]



Acceptatie van twee van deze beginselen noodzaakt tot verwerping of aanpassing van een derde (Fishkin, 1983:5-6).

Het Principle of Merit en Equality of Life Chances samen zijn het strong doctrine of equal opportunity (Fishkin, 1983:20), gelijke kansen. Equality of opportunity. Merit principle. Verdiensten - hoe ‘bereken’ of ‘waardeer’ je die. Van jongs af aan? Dan zou je volgens Fishkin in conflict komen met de autonome familie. De familie beslist. Maar de school, de opvang, de politiek... er zijn zoveel factoren die meebeslissen, of die beslissingen in het verleden gedaan hebben waardoor zijn trilemma al wankelt. Het is een filosofisch, idealistisch trilemma, geen reële problematiek en het is ook geen oud probleem. D.w.z. dat we er pas enkele decennia mee te maken hebben. Het lijkt ook bij weinigen op te roepen tot discussie of tot nadenken te stemmen.[4]

Fishkin schept een utopische omstandigheid, waarin een aantal humanistische problemen en dilemma’s tot zijn trilemma verwordt; simpele oplossingen houden het trilemma in stand, want alles moet in evenwicht zijn. Hoe dat precies in zijn werk gaat lijkt op het drielichamen probleem uit de natuurkunde, alles houdt elkaar in wankel evenwicht, maar hoe het werkt weet niemand.[5]

De oplossing uit het trilemma is simpel: erken een van de problemen niet en het trilemma wordt een dilemma, of lost zelfs geheel op. Feitelijk is dat ook het geval. De twee eerste beginselen zijn het strong doctrine of equal opportunity, wat ik al noemde. Vrijheid, daar lijkt het allemaal om te draaien bij Fishkin. Het conflict tussen gelijke kansen voor iedereen en persoonlijke vrijheid (Fishkin, 1983:3) - de mens heeft het recht zijn eigen leven vorm te geven. En dat is geen trilemma, maar een dilemma.[6]

Fishkin (en velen met hem) vindt dat je niet mag tornen aan de autonomie van het gezin.[7] Zij is de belangrijkste opvoeder en bepaalt wat een kind aan waarden en normen meekrijgt. In de praktijk denk ik dat dit niet het geval is; ieder mens waarmee je in aanraking komt, direct en indirect (media), heeft invloed op jouw manier van denken, jouw meningen en waar je voor staat als individu. Het gezin blijft wel hoofdverantwoordelijk en zal over het algemeen ook het belangrijkst blijven maar als een kind naast de vele uren op school ook nog een of twee keer per week meedoet aan brede school activiteiten, lijkt het mij logisch dat dit niet alleen op kennisgebied invloed heeft maar ook op het gebied van opvoeding, van normen en waarden en van gedragsvorming.[8] Ik denk dat als je het trilemma wilt toepassen je het moeilijker maakt dan het hoeft te zijn. Als de brede school ook een duidelijke zorgfunctie zou krijgen (van de staat) is er geen trilemma. Immers de familiepoot van de drie problemen verdwijnt dan. Welke implicaties zo’n ‘staatsopvoeding’ zal hebben valt buiten deze bespreking? Fishkin vindt het maar niks, en hij noemt het manipulatie van de menselijke ontwikkeling (Fishkin, 1983:65), waarbij hij aan natuurlijke factoren die manipuleren en omgevingsmanipulatoren voorbijgaat. Overigens sluit Fishkin de staat geheel uit, zowel in functie als noodzaak. Een bespreker van zijn boek noemde dat een omissie en zag een quaddilemma, i.p.v. een trilemma, aangezien de staat een formidabele macht is, evenals gelijkheid en familie (Amato, 1984:219). Men mag kiezen: Fishkins trilemma is in werkelijkheid een dilemma, of een quaddilemma, mogelijk een googlelemma.

Ik sluit af met de opmerking van M.W. Jackson van het Netherlands Institute for Advanced Study dat Fishkin weigert om buiten het liberale universum te stappen. “Aristoteles zou zeggen dat zijn theoretische problemen het onvermijdelijke gevolg zijn van het verdwaasde idee om alle mensen als gelijken te behandelen (Jackson, 1984:284).” Mensen zijn niet gelijk en erkennen dat dit zo is brengt ons op een eerste stap op weg naar het behandelen van eenieder als een (uniek) individu.



Bronnen:

Amato, Joseph (1984) Review: fishkin, james, Justice, Equal Opportunity, and the Family, in: Annals of the American Academy of Political and Social Sience, Vol. 473, The Future of American Unionism, mei 1984, pp. 218-219.

Blustein, Jeffrey (1984) Review: Justice, Equal Opportunity, and the Family, by James S. Fishkin, in: Law and Philosophy, Vol. 3, № 2, pp. 321-327.

Center for Deliberative Democracy, Stanford University, http://cdd.stanford.edu/

Duff, Antony (1986) Review: Justice, Equal Opportunity, and the Family, by James S. Fishkin, in: Philosophy, Vol. 61, № 235, januari 1986, pp. 133-135.

Fishkin, James S. (1983) Justice, Equal Opportunity, and the Family, Yale University Press, New Haven en London.

Groenewoud, Ruud (g.j.) DCR3 Specialisatie AB Fishkin, powerpoint.

Jackson, M.W. (1984) Book Review: Justice, Equal Opportunity, and the Family. By James S. Fishkin, in: The American Political Science Review, Vol. 78, № 1, maart 1984, pp. 283-284

Schaefer, David Lewis (1985) Review: James S. Fishkin: Justice, Equal Opportunity, and the Family, in: The Review of Politics, Vol. 47, № 4 (oktober 1985), pp. 612-617.



Bibliografische gegevens:

‘James S. Fishkin’, bij Wikipedia (Engels)

‘James S. Fishkin’, biografie bij Stanford University, Department of Communication, http://communication.stanford.edu/faculty/fishkin.html



[1] Zoiets staat en valt natuurlijk met het idee dat democratie een eerlijk en rechtschapen systeem is, wat gelogenstraft wordt door het feit dat een deel van de bevolking zal uitmaken wat goed en slecht is voor een ander deel van de bevolking. Democratie is gewoon de tirannie van de meerderheid en soms  –wanneer het aantal stemmers onder de 50% komt (meerdere malen gebeurd) – gewoon de tirannie van de heersende opinie.
[2] Voor opgewaardeerde of aangepaste vorm van het Amerikaans liberalisme, zie bijvoorbeeld Schaefer, 1985:614; Duff, 1986:133; Amato, 1984:219, die dit allemaal op een of andere manier zeggen. Fishkin zelf noemt het een “limited liberalism” (pp. 10, 193).
[3] Het is nog maar de vraag of de liberalen de autonomie van het gezin eensgezind erkennen. In de Verenigde Staten is abortus in de meeste staten bij wet verboden, terwijl dat een grondrecht van het gezin zou moeten zijn (zie Amato, 1984:219).
[4] Joseph Amato van Southwest State University in Minnesota zegt over Fiskins trilemma: “Is the conflict between liberty, equality, and the family not better understood by a critical analysis of modern Western history instead of as a theoretical debate over the essence of American liberalism? Is his analysis not oblivious to the interplay of society, culture, and the economy and its institutions as well as indifferent to the family in its diverse forms, ideologies, and varying historical experience? (Amato 1948:219)”
[5] Het drielichamen probleem is een vraagstuk uit de hemelmechanica, dat bij gegeven beginplaatsen en beginsnelheden van hemellichamen vraagt om hun banen te bepalen. Elk van de drie lichamen ondervindt de zwaartekracht van de andere twee en een analytische oplossing bleek nooit mogelijk. Met de komst van computers is een numerieke oplossing wel mogelijk geworden.
[6] Fishkin neemt in het derde hoofstuk (en al eerder) welhaast de positie in dat het een di- (conflict tussen gelijkheid en vrijheid) en geen trilemma is. Hij maakt er naar mijn mening expres een driepootprobleem van zodat het onoplosbaar wordt. Vergelijk ook Blustein (1984:325-326) die zegt dat het voorstellen van het conflict tussen de drie beginselen als een conflict tussen gelijkheid en vrijheid eigenlijk niet diep genoeg gaat. Gelijke kansen en het gezin stellen verschillende manieren voor om het sociale leven te ordenen (competatief en cooperatief) “…and structure relationships to others according to radically different conceptions of the moral value of persons. It is the unique, individualized self that we prize as family members and that we learn to prize by being raised in a family. Equal opportunity, by contrast, acknowledges each person’s fundamental right to have his or her interest counted on the same scale as those of others.”
[7] Wat is een gezin? Is een alleenstaande moeder met een kind een gezin? Fishkin verstaat er ‘een gemeenschap van een kind en een of meer volwassenen in een hechte affectieve en fysieke relatie die tenminste gedurende de kindertijd bestaat’ onder (Fishkin, 1983:36).
[8] Het bestaan van het gezin is niet onvermijdelijk, zie de discussie in Véronique Munoz-Dardé, ‘Is the Family to be Abolished Then?’, in Proceedings of the Aristotelian Society, New Series, Vol. 99 (1999), pp. 37-56. Gesteld wordt o.m. dat vanuit een wettelijk oogpunt de familie zorgt voor flinke ongelijkheden tussen individuen. Zie ook Blustein (1984:325), die zegt dat Fishkin nooit aan de orde stelt waarom het gezin als sociaal instituut zou moeten blijven bestaan.

Bespiegeling no. 5011:Monkey-man

 In Zuid Afrika zag ik kleine aapjes in de bomen zitten. Ze masturbeerden de godganselijke dag en sprietsten hun zaad als manna naar beneden. Een groot deel landde in het zwembad van het vakantiepark waar we verbleven, maar de dikke Duitse toeristen dreven er onbekommerd in rond. Een olifant dronk uit het zwembad. Dit soort plaatjes, van een hitsig masturberend mannetje dat naar parende mensjes kijkt (buiten beeld), doet altijd mij aan de Zuid-Afrikaanse aapjes denken. Onze beschaving is niet zo groots.