Filosofe Arianne Betti van de Vrije universiteit van Amsterdam is zo iemand die tijd, geld en middelen verspilt. In Jip en Janneketaal weet ze uit te leggen wat er onder waarheid verstaan wordt. Dit in een filmpje van De Jonge Academie, een initiatief van De Volkskrant (http://www.volkskrant.nl/vk/nl/3600/VkAkademie/article/detail/1874216/2011/04/12/De-Jonge-Akademie-Wat-is-waarheid.dhtml, bekeken 13-5-2011). Ze vraagt zich af of waarheid consensus is, dat we het met elkaar eens zijn. En ze verwijst naar Plato door te stellen dat waarheid een weerspiegeling van de werkelijkheid kan zijn. Een retorische (non)vraag waar geen antwoord op mogelijk is voor de constructivist (hoort in de categorie 'is er een god', is er een leven na de dood'?) Maar dan begaat de filosofe een faux pas van jewelste, want ze meent dat het volgende dat ze gaat zeggen van onmeetbaar belang is en zelfs de enige waarheid vormt. Ik zal het even letterlijk aanhalen zodat er geen misverstand over kan bestaan wat ze zegt: "Of dat wat we zeggen waar is, alleen als het klopt met hoe het echt zit." Dit veronderstelt dat er een ‘echte waarheid’ is, waaraan je zaken kan toetsen en dat is flauwekul, zoals deze filosofe hoort te weten. Deze definitie komt trouwens van de Poolse logicus en wiskundige Alfred Tarski en beschrijft niet de waarheid, maar is een definitie van het waarheidscriterium van uitspraken in de taal. Waarheid (absolute waarheid) kan eenvoudig niet bestaan omdat er altijd twijfel moet zijn. Verder schept iedereen zijn eigen waarheid; consensus is er wanneer mensen afspreken op een bepaald terrein iets voor de waarheid te houden. Vaak worden dit dan 'wetten' genoemd, of wordt er beweerd dat het de enige verklaring voor het waargenomene is.
Schrijnende voorbeelden van zulke waarheidsafspraken zijn: de relativiteitstheorie van Einstein, de evolutietheorie van Darwin, mathematische fantasieën als zwarte gaten, de Big Bang, dark matter en dark energy, maar ook bedenksels als de Donkere Eeuwen van Griekenland. Dit zijn enkele voorbeelden waarbij de consensus ons zegt 'hoe het echt zit'. Aristoteles zei al dat opvattingen van gezaghebbenden of van een meerderheid als gezaghebbende waarheid kunnen worden beschouwd. Dat men daarbij de toets der kritiek uit het oog verliest, waarna de dwalingen groteske vormen aannemen, zoals gebeurd is in alle bovengegeven voorbeelden, en tegengeluiden onder de tafel schuift en verkettert is een gegeven. In dat opzicht zijn de aanhangers van bijvoorbeeld Darwin net zo onverbeterlijk en onwrikbaar als de creationisten die ze van wetenschappelijke onwaarheden betichten.
Veel wetenschap is gebaseerd op eerdere modellen. Bestudeer je bijvoorbeeld het ontstaan van de Melkweg, dan neem je ideeën van Herschel en Kant over en bedenk je bijvoorbeeld dat de Melkweg gevormd is uit andere melkwegstelsels, door die op te eten a.h.w. Vervolgens verklaar je dit model tot absolute waarheid, leg je er wat waarnemingsgegevens naast die dit lijken te bevestigen en presto, je 'weet' hoe de Melkweg gevormd is. Daarop schiet je een satelliet de ruimte is die dit allemaal nog eens dunnetjes bevestigd (onwelvoeglijke data wordt natuurlijk niet gebruikt). Zo zien we een proces van model op model op model gestapeld, waarbij niemand zich meer af lijkt te vragen of die modellen kloppen. Afwijkingen worden dan ook door ad hoc ideeën opgevuld, aangepast, noem maar op en zo wordt langzamerhand hetgeen wij observeren in de ruimte tot een model wat weinig lijkt op hetgeen wij observeren in de ruimte. Andere harde wetenschappen doen het net zo.
Bestudeer je de aarde, dan 'weet' je al dat onze planeet miljoenen jaren oud is en van daaruit verklaar je wat je tegenkomt. Je denkt te weten dat erosie de oudste gesteenten op onze planeet heeft uitgewist, en dan ga je naar de maan waar geen erosie zou zijn en de oudste gesteenten zo voor het oprapen liggen. Een eenvoudige vergelijking leert je dan alles over het ontstaan van de aarde en de maan. Opnieuw zien we de opstapeling van modellen, de accumulatie van kennis, die tot een bepaald beeld leiden. Of dat een goed beeld is, of een gewrochten fantasie, lijken weinigen zich nog af te vragen. Maar met in het achterhoofd dat waarheid niet bestaat en eenieder zijn eigen waarheid vormt en dat die aparte waarheidjes onder consensus tot paradigma's, geloven, wanen en andere stelsels worden gesmeed, moeten we hoogst voorzichtig zijn betreffende het waarheidsgehalte (of zo de lezer wil, het werkelijkheidsgehalte) van deze stelsels. We moeten ze wantrouwen en scepsis en twijfel dienen de overhand te hebben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten