Bespiegeling van de aapmens

In een krantenartikel las ik onlangs een nieuwe aanwijzing voor iets wat ik een tijdje roep, namelijk dat de zogenaamde voorouder van de mens, de australopithecus, geen mens was, maar gewoon een chimpansee. En dat de zogenaamde bewijzen uit Afrika verkeerd geïnterpreteerde vondsten van chimpanseeoverblijfselen en afdrukken van pygmeeën in vulkaanas zijn. Eerst maar eens de tekst van het artikel:

Oerman haalde vrouw elders vandaan
Johannesburg Onderzoek naar
sporenelementen in de tanden
van Australopithecus Africanus,
die ruim twee miljoen jaar geleden
in Zuid-Afrika woonde, heeft
aangetoond dat de mannetjes de
kern van een groep vormden, terwijl
ze de vrouwtjes uit andere
groepen ‘importeerden’. Hetzelfde
patroon doet zich overigens voor
bij de huidige chimpansee.
(De Pers, 7 juni 2011, p. 11)

Dit idee, dat de paleontologische wetenschappers die de oermens in Afrika onderzoeken, zich blindstaren op recente overblijfselen, en daaruit een geschiedenis van de oermens hebben gecreëerd (een der grootste wetenschappelijke blunders aller tijden) wordt geopperd door Alfred de Grazia in diens THE BURNING OF TROY (hs. 13). De Grazia ziet de Olduvai vallei, waar de resten van de zogenaamd vroegste aapmensen door Louis Leaky en anderen gevonden zijn als een recent geologisch verschijnsel, hooguit enkele duizenden jaren oud uit het holoceen en niet ouder dan 15.000 jaar. Hij geeft een aantal aanwijzingen voor deze jonge leeftijd en trekt de dateringen van Leaky en consorten in twijfel.

Enkele opmerkelijke punten uit De Grazia's idee van een jonge leeftijd van de Olduvai resten zijn:

• dat de erosie daar behoorlijk snel gaat en dat voetsporen die aangetroffen zijn geen miljoenen jaren kunnen overleven.
• dat de gevonden resten van andere wezens dan australopithecus zijn
• dat australopithecus eigenlijk niet bestaat

Ik schaar mij achter De Grazia in deze en stel dat australopithecus eigenlijk een chimpansee is. Gevonden tanden en skeletresten zijn identiek aan die van de chimpansee. Andere mensapen, als de bonobo, zijn ook aangezien voor voorouderlijke resten. Voetsporen in versteende vulkanische as zijn die van kleine menstypes en zijn hooguit enkele honderden jaren oud.