dinsdag 16 augustus 2011

De meervoudige intelligenties van Gardner

Gardner lijkt een aantal persoonlijkheidskenmerken van hoogbegaafden te hebben gegroepeerd, waarna hij ze tot acht ‘intelligenties’ bombardeerde. Hoewel dit een logisch aandoende aanpak lijkt, is het strikt genomen een onderverdeling in specialismen. Dat blijkt ook uit het feit dat Gardner zijn Intelligenties aan beroepen koppelt. Onze samenleving is meer en meer aan het fragmenteren waarbij de brede, overkoepelende blik en de helikopter-view meer en meer verdwijnen. Dit levert een verkokerde samenleving op, waarin het dragen van oogkleppen als hoogst modieus wordt gezien. De hoogbegaafde is nu juist iemand die zo’n breed zichtsveld heeft. Hij of zij denkt divergerend, terwijl het gros der mensheid convergerend denkt. Dat laatste werkt prima in de samenleving, doch er komt een moment waarop de divergerende blik, de overkoepelende visie de maatschappij van versplintering kan redden. Dit geldt natuurlijk evengoed voor bedrijven als voor de samenleving. Iedere cultuur moet zijn waakhonden en innovatoren hebben. Hoogbegaafden kunnen dit beide. Het gros der mensheid kan dit niet.


Vandaar dat ik een aversie tegen de bekrompen ideeen van Gardner heb. Het is hokjesdenken, oogklepdenken. Het is absoluut niet het divergerende denken van de hoogbegaafde. Ik herken mij als hoogbegaafde in elk van de 8 intelligenties. Bij elke intelligentie horen kenmerkende interesses van personen die de betreffende intelligentie sterker ontwikkeld hebben. Maar van elk van de 8 intelligenties zie ik aspecten terug in mijn eigen persoonlijkheid, bij mijn interesses, in mijn eigen leven. Van de Verbaal-Linguïstische intelligentie de poëzie, het lezen, verhalen schrijven. Van de  Logisch-Mathematische intelligentie het logisch denken en experimenteren. Van de Visueel-Ruimtelijke intelligentie het tekenen, schilderen en vormgeven. Van de Muzikaal-Ritmische intelligentie het luisteren naar en het maken van muziek. Van de Lichamelijk-Kinesthetische intelligentie de lichamelijke inspanning, maar ook het knutselen, toneelspelen en dansen wat ik graag doe. Van de Naturalistische intelligentie het  verzamelen en ordenen, mijn interesse in de planten- en dierenwereld en de wereld der natuurverschijnselen. Van de  Interpersoonlijke intelligentie het zorgen voor mensen, het leiding geven. En ten leste van de Intrapersoonlijke intelligentie het met mijn gevoelens bezig zijn, het dromen, het alleen zijn en mijn  fantasieën.


Sommige dingen zijn iets meer of minder sterk ontwikkeld, maar alle zijn aanwezig. Er is meer aanwezig, maar daar hoor ik Gardner niet over. Dat zijn persoonlijkheidskenmerken die veel beter weergeven wie ik ben dan dat Gardner dat doet. Vandaar dat ik zeg, laat die Gardner voor wat hij is. Hij versplintert activiteiten, kenmerken en eigenschappen waardoor men als mens geen geheel meer is. Als hoogbegaafde verword je tot één van zijn acht ‘intelligenties’, terwijl je als hoogbegaafde zoveel meer bent.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten